Oh oh, wat ingewikkeld!
Jaja, we gebruiken in het onderwijs graag een afkorting. Om het eenvoudig te houden. Maar niet zo simpel. Daarom leggen we het hier even uit.
Weet je er nog één? Geef het aan ons door!
DOA – domeinoverstijgend analyseteam
ib-er – intern begeleider
hb – hoogbegaafdheid
op – ondersteuningsplan
opp – ontwikkelingsperspectief
po – primair onderwijs
pro – praktijkonderwijs
so – speciaal onderwijs
sbo – speciaal basisonderwijs
swv – samenwerkingsverband passend onderwijs
sop- schoolondersteuningsprofiel
TLV – toelaatbaarheidsverklaring
vso – voortgezet speciaal onderwijs
Hulp die een school moet kunnen geven aan leerlingen. Bijvoorbeeld als het lezen of rekenen moeilijk is. Of een programma gericht op (het voorkomen van) gedragsproblemen. Krijgt je kind meer ondersteuning op school? Dan noemen we het aanvullende ondersteuning.
De coördinator heeft coördinerende en begeleidende taken op het niveau van het samenwerkingsverband. Hij beheert de aan het samenwerkingsverband toegekende financiële middelen. En zorgt voor een efficiënte en effectieve inzet hiervan.
Heeft een leerling meer hulp nodig dan de basisondersteuning die de school kan bieden? Dan kan het gespecialiseerd onderwijs extra ondersteuning bieden. Dit zijn scholen voor speciaal onderwijs of speciaal basisonderwijs.
De intern begeleider houdt zich bezig met de leerlingenzorg. Hij of zij ondersteunt de leerkracht, coördineert en heeft contacten met instanties die kunnen helpen.
Hulp bij psychische hulpvragen, een verstandelijke beperking en/of opvoedproblemen. Jeugdhulp is bedoeld voor kinderen en jongeren tot 18 jaar, soms tot 23 jaar. De gemeente is verantwoordelijk voor deze hulp. Dit is geregeld in de Jeugdwet.
In een leerlingdossier worden gegevens over een leerling bewaard. Het leerlingdossier bestaat meestal uit twee componenten: de leerling-administratie en een inhoudelijk gedeelte. Dit is gericht op onderwijskundige aspecten en begeleidingsaspecten.
Vervoer voor kinderen die niet zelfstandig naar school kunnen. Bijvoorbeeld bij ziekte, een handicap of gedragsproblemen. Of voor kinderen die niet in de buurt naar school kunnen en daarom naar een school moeten die ver weg is. Leerlingenvervoer moet bij de gemeente aangevraagd worden.
Basisscholen werken verplicht met een leerlingvolgsysteem (LVS).
Hiermee houdt de school vorderingen en resultaten bij.
Alle kinderen en jongeren tussen vijf en zestien jaar zijn verplicht om onderwijs te volgen.
Een ambtenaar van de gemeente die toezicht houdt op de naleving van de Leerplichtwet.
Een document waarin de afspraken staan die in jouw regio zijn gemaakt over extra ondersteuning.
Scholen stellen een ontwikkelingsperspectief (OPP) op voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. In het ontwikkelingsperspectief staat wat het uitstroomprofiel van de leerling is en welke onderwijsdoelen daarbij horen. Ook staat hierin welke begeleiding en ondersteuning daarvoor nodig is.
Alle leerlingen moeten een plek krijgen op een school die past bij hun kwaliteiten en hun mogelijkheden.
Praktijkonderwijs is voortgezet onderwijs en bereidt leerlingen zo goed mogelijk voor op de maatschappij. Alle leerlingen volgen een eigen ontwikkelplan.
Alle basis- en gespecialiseerde scholen die samenwerken voor een passende plek, voor de leerlingen in dat gebied.
Het schoolbestuur is in Nederland het eindverantwoordelijk orgaan voor de beslissingen die in verband met de school worden genomen over het onderwijs dat wordt gegeven, en over de school als geheel.
Een document met informatie voor ouders over
de belangrijkste zaken over het komende schooljaar.
Een document met informatie
over welke ondersteuning de school kan geven
Onderwijs aan kinderen die om welke redenen dan ook zich in het basisonderwijs niet of onvoldoende kunnen ontwikkelen.
Speciaalonderwijs voor leerlingen van 6 t/m 12 jaar met gedragsproblemen en/of psychiatrische problematiek.
Een verklaring van het samenwerkingsverband dat een kind op een school voor speciaal (basis)onderwijs mag worden ingeschreven.
Onderwijs voor leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben dan een reguliere school voor voortgezet onderwijs kan bieden.
Kinderen tussen 5 en 16 jaar moeten verplicht naar school. Maar soms kan een kind niet naar school. Bijvoorbeeld door een lichamelijk of psychisch probleem, door een ernstige ziekte. Of doordat de manier van lesgeven niet past bij het kind en zijn of haar problemen. Dan is het mogelijk om vrijstelling van school aan te vragen.
Is uw kind aangemeld of ingeschreven bij een school(bestuur)? Dan is het plicht van de school of het schoolbestuur om ervoor te zorgen dat uw kind onderwijs krijgt dat bij haar of hem past en extra hulp krijgt als dat nodig is.